Piep zei de motormuis

 

Het regende die middag. Niet een drupje hier en een spettertje daar. Nee, een heuse wolkbreuk. Als een soort duikbootkapitein loodste ik mijn Golfje door de golven. De ruitenwissertjes dweilden met de kraan open. Moedig stroopten ze razendsnel de voorruit af om mij zo een glimp te gunnen van de omgeving. Sommige medespelers hadden een extra handicap bedacht door geen verlichting te voeren. Tja, waarom zouden ze ook? De straatverlichting was immers nog niet aan. Zij hielden zich dus keurig aan de regels. Met hun gebrek aan meetbare intelligentie was dat waarschijnlijk het hoogst haalbare.

Na het oranje verkeerslicht volgde een leeg stuk rechte weg zonder zijstraten, gewoonlijk een plek om even de rechtervoet te strekken. In deze waterige omstandigheden echter leek het daar geldende maximum van 50 km/u voor het eerst niet helemaal stupide. Helaas, met de teller net onder de 60 stevende ik mij van geen kwaad bewust toch af op alweer wat liefs uit Leeuwarden.

In mijn spiegel zag ik in rap tempo één koplamp naderen. Het bleek een motoragent. Haast had hij niet, want hij bleef achter mij hangen. Zekerheidshalve bracht ik de teller terug naar 53. Naarstig bedacht of ik nog andere overtredingen aan het plegen was. Gordel aan, telefoon netjes in de carkit, autopapieren paraat, apk verlengd, richting aangegeven, ruiten ontwasemd, tanden gepoetst, veters gestrikt: naar mijn beste weten was nu alles in orde.

Stopteken. De motormuis parkeerde zijn brommer en meldde zich druipend aan het rechterportier. Heel slim: juist aan de zijde waar de slagregen vandaan kwam. Gehurkt nam hij plaats in de deuropening en toverde zo mijn interieur om tot zwembad. Ik stak maar meteen zelf van wal: dat het wel erg kinderachtig was om mij voor die paar kilometertjes aan de kant te zetten en of hij echt niks beters te doen had. Ja, dat had hij: hij ging mij namelijk bekeuren voor het rijden door rood.

Verbazing. Gelukkig was mijn betoog ook daarvoor bruikbaar. Nogmaals dus de vraag of hij niks beters te doen had, bijvoorbeeld die onnozele halsjes uitleggen dat ze zonder verlichting slechts op de tast zichtbaar waren. En of hij wellicht blind was: het was immers oranje, geen rood.

Welles, nietes, welles, nietes, rood, oranje, net wel, net niet, wat een weertje trouwens hè, zit je lekker? Er volgde een tijdje geen volzin van betekenis. Toen was ik het zat. Ik zal je leren mij lastig te vallen met dit geneuzel en daarbij ook nog mijn bekleding te bevochtigen, dacht ik. Ik had al opgemerkt dat hij zich nogal ingewikkeld gekleed had: onder zijn regenpak droeg hij een leren politiejack, een spijkerjack en een koltrui, en wie weet wat nog meer.

Gokje… “mag ik uw legitimatie even zien”, vroeg ik. Stilte. Of ik zijn hoedanigheid van politieagent in twijfel trok, was de verbaasde wedervraag. “Ja”, antwoordde ik met een beginnende twinkeling in mijn ogen. Maar hij had toch politiekleren en een heuse politiemotor? Kan wel zijn, hij had geen snor. “Ik wil uw legitimatie zien”, hield ik dus vol. Het bleek dat die zich bevond in zijn achterzak, ver weg verstopt onder holster, regen- en politiepak.

Goed gegokt, dus doorgaan. Of we het vandaag nog gingen meemaken, was de volgende vraag die ik korzelig vanuit mijn comfortabel droge bestuurdersstoel op hem afvuurde. “Jamaar… dan moet ik me bijna helemaal uitkleden, en dat in dit weer”, stamelde hij bedremmeld. “Ja, da’s mooi klote inderdaad. Maar eh… nu graag”, zeurde ik fijntjes verder. Hij bleef echter “nee” piepen, ook toen ik hem informeerde dat die weigering grief 1 van mijn beroepschrift zou opleveren.

In de rechtzaak die volgde jammerde hij als verweer dat het onverantwoord was om op de openbare weg zijn dienstwapen af te doen. Ik schrok daar wel van: ik had daar argeloos mijn hele jeugd ongewapend doorgebracht. Bovendien had ik altijd het idee dat Wassenaar-zuid best een nette buurt was. Maar onze geüniformeerde held durfde daar zelfs niet even zijn pistooltje los te koppelen. Ik wist nog wel een leuk danslokaal voor heren als hij, die erg hechten aan uniformen en voorgebonden hulpstukken. Maar de rechter accepteerde zijn flauwekul en stelde mij in het ongelijk. Ach, misschien ook wel terecht. Maar de herinnering aan ’s-mans beteuterde sippe snuitje is onbetaalbaar.

8 Responses to “Piep zei de motormuis”

Read below or add a comment...

  1. Derek says:

    Hee, een gouwe ouwe!
    Inderdaad wel een gouwe. Het blijft een mooi verhaal…
    Groetings,
    D.

  2. J v Barneveld says:

    Er zijn gezagsdragers die, denken ze zelf waarschijnlijk, dat ze boven de wet staan,regelmatig geen richting aangeven, kan ik natuurlijk niet bewijzen he, als je veel op weg ben zie je nog wel eens wat,maar wat het verhaal betreft, hij was waarschijnlijk weggestuurd, door zijn baas, met de mededeling, het is niet zo,n mooi weer , ga er maar een paar PAKKEN
    met je motortje,ha ha ha.Arme argeloze weggebriuker.

  3. Gerard says:

    De enigste remedie is ; Deur op slot en het raampje 5 centimeter open,waar alle discussie door gevoerd kan woorden.
    Heb het zelf jaren geleden aan den lijve ondervonden bij een verkeerscontrole.

  4. Bladluis Bart says:

    Indien deze geschiedenis naar eer en geweten in waarheid is voorgevallen: briljant ende geniaal!

  5. Piet says:

    In Almere werd ik staande gehouden voor het rijden van 80 km in een 50 km zone, toen ik vroeg naar zijn Identificatie kon hij die niet tonen. Zijn collega wel, die heeft een bon uitgeschreven. Echter de bon is nooit doorgestuurd. Ik heb er in ieder geval niets meer van gehoord. Helaas werkt het maar in enkele gevallen.

  6. Richard says:

    GET A LIFE! Je bent even zielig als die agenten. Neem verantwoordelijkheid en accepteer je overtreding..zielepoot

  7. Ben says:

    Mooi verhaal!

    Iets vergelijkbaars heb ik meegemaakt.
    2 fietsende agenten voor mij. Langzaam fietsend en mij en het overige verkeer ophoudend.
    Ik gaf dus een claxon signaal “om een ongeval te voorkomen” en zij die mij hinderden hierop te wijzen.
    Biede fietsers remden en kwamen links en rechts langszij. Ik kreeg on PV voor nutteloos claxoneren.
    Toch jammer voor hen dat mijn auto is uitgevoerd met een DASHCAM.
    Ik ben dus even doorgereden naar het bureau, heb een klacht ingediend tegen deze fietsende medemens. Mocht kort daarna op het bureau komen. Het voorval werd ontkent. Eengeheel ander scenario had zich volgens hun afgespeeld.
    En daar kwam mijn laptop op tafel. Ik toverde het voorval op beeld.
    Met rode gezichten gaven zij toe dat het toch inderdaad zo was.
    Ik heb mijn klacht dus doorgezet. Beide lieden werden aan een intern integriteits onderzoek onderworpen en de PV werd ingetrokken.

  8. Ronald says:

    Mooi hoe de werkelijke nog altijd dagelijkse praktijk in beeld wordt gebracht met de nodige satire. Jammerlijk wel dat de rechter in zulke zaken in de veronderstelling blijkt te zijn dat iemand die een eed aflegt en een opleiding heeft gevolgd, nooit fouten maakt of onjuist waarneemt. De poppenkast waarbij een rechter moet controleren of de regels die door de werkgever van de handhaver of agent zijn opgesteld, wel zijn opgevolgt. Als werkgever zorg je natuurlijk dat die regels dusdanig zijn opgesteld dat u altijd uw gram haalt wanneer dit u enigzins uitkomt. Een handhaver of agent hoeft niet het feit te bewijzen, nee het is voldoende dat deze zegt dit te hebben waargenomen én ooit aan het begin van zijn carrière een eed te hebben afgelegd. Een eed die overigens niet geweigerd kan worden, immers dan zal de beste werknemer niet worden aangenomen in de nieuwe functie waar die zojuist een half jaar tot een jaar hard voor geleerd heeft. Geleerd heeft hoe de regels van zijn werkgever bedoeld zijn en hoe die argeloze burgertjes hen proberen te omzeilen daar zij zich volkomen uitgemolken kunnen voelen. Hoe dan ook kakelen is het enige dat je kunt doen in deze haantjes cultuur waarbij de kippen op stok zitten en het kippengaas hen in de omheining houden zodat niet onttrokken kan worden van dé haan.