Een warme zomeravond in juli 2006, de warmste julimaand ooit. We hadden het lome dagje strand in Kijkduin heerlijk afgesloten met een lekker etentje buiten op een terras, bij nog steeds een dikke twintig graden. Ooit woonde ik als kleine jongen in deze hoek van Nederland, een leuke gelegenheid om mijn lieve Friese vrouw wat van die kindertijd te laten zien. Dus toerden we met een door de open raampjes verkoelend briesje, naar het oude huis in Monster, waar ik mijn kleuterjaren heb doorgebracht. En naar Hoek van Holland, waar ik met mijn eerste hengeltje vanaf de pier op scharretjesjacht ging.
Rustig, voldaan en met een vakantiegevoel toeren we zo rustig door het nog immer glazen landschap, dat nu was gevuld met gouden spiegelingen. Rijdend over de dijk naar Maasdijk heb je een prachtig uitzicht over het Westland, vol van kleine jeugdherinneringen.
De auto’s achter ons hebben blijkbaar minder oog voor het landschap en geven blijk er het liefst langs te willen. Rustig, jongens, kalm aan, geniet nou toch eens van zo’n zeldzaam mooie zomeravond!
Mijn vader showde mij hier ooit zijn nagelnieuwe witte Ford Taunus. Na een lange rij van kevers had ook hij eindelijk een echte auto! Het ging met wel 120 over die zelfde dijk, met een grommende motor en in bulderende wind, zodat we ons echte ralleyrijders voelden. Wat was ik trots op mijn stoere Pa! Niet dat ik dat nu zelf doe hoor, verkeersveiligheid, weet je. Misschien rij ik daarom al 28 jaar helemaal schadevrij. Had Pap, als hij nog leefde, misschien daarom net zo trots op mij geweest. Zo mijmerden we kalmpjes voort, genietend van het landschap in de zwoele avondzon, met een volle buik en de smaak van pecan-notenijs nog op de tong. Het leven is goed!
Tot opeens: FLITS!!
Onweer? Op klaarlichte dag. Was dat voorspeld? Er was niet eens een wolkje te zien. We telden de seconden en wachtten op een klap. Maar het gerommel, waar we als kind angstig voor onder de tafel kropen bleef uit. Want die klap kwam pas vijf weken later.
Een brief van het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Met dreigende taal: “Betaal op tijd, voorkom verhoging !” Er was met een voertuig, waarvan het kenteken in het kentekenregister op mijn naam is geregistreerd, zomaar een verkeersvoorschrift overtreden. En dus werd ons een administratieve sanctie opgelegd!
De toegestane snelheid was zestig en die bleek met wel zeven kilometer te zijn overschreden. Al werd er gelukkig nog gecorrigeerd, zodat er nog maar 64 overbleven. Maar de ve vraagtekens op mijn gezicht maakten langzaam plaats voor uitroeptekens. Dit kan toch niet waar zijn? Zo kalm en rustig van de omgeving genieten en dan nog steeds te hard??
Blijkbaar zijn nu de doorgaande wegen, zonder fietsers, ook al gedegradeerd tot zestigkilomerzones. Ooit bedoeld om recreatiegebieden en boerenerven terecht uit te zonderen van de algemene regel. In onze nimmer aflatende drift om Nederland elk risico uit te sluiten en ons land met doorgeschoten regeltjes dicht te plakken zijn we blijkbaar diep gezonken. Zelfs een begrafenisstoet moet oppassen om niet op de bon geslingerd te worden.
Zestig is misschien wel nog veiliger dan tachtig. Waarom dan geen veertig of twintig? Mogelijk dat iemand ooit iemand promoveert op een onderzoek dat aantoont dat er bij nul kilometer helemaal geen dodelijke verkeersongelukken meer voorkomen?
OK, het is dan maar 14 euro, maar het smaakt mij in elk geval niet naar pecan-notenijs.
]]>