Te hard gewerkt

 

Als een werknemer zijn auto gebruikt voor werk, ontvangt hij belastingvrij een vergoeding van 18 cent per kilometer. Volgens onze wetgever dekt dit enorme bedrag ook eventuele parkeerkosten. Zo bezocht ik eens per auto een cliënt. De rit was 6 kilometer en de parkeermeter slikte 20 euro. Mijn werkgever vergoedde dus 2 euro. Ik klaagde dat ik mijn auto voor dat bedrag niet eens kon starten. Mij werd geantwoord dat ik me met mijn protest moest wenden tot de regering.

Diezelfde regering is ook verantwoordelijk voor de enorme hoeveelheid snelheidscontroles waarmee wij steeds vaker worden geteisterd. Wie voor z’n werk veel onderweg is weet dat dit de spuigaten uitloopt. Zo ook een chauffeur van TPG Post. In een half jaar veroorzaakte deze harde werker drie boetes met zijn dienstauto. Hij had respectievelijk 6, 4 en 11 km/u te hard gewerkt.

TPG had die boetes op zijn salaris ingehouden. De chauffeur eiste terugbetaling. De boetes waren immers veroorzaakt tijdens werk. Er was geen sprake van opzet. De chauffeur beriep zich op artikel 7:661 BW, dat dit criterium letterlijk zo noemt. Het Gerechtshof stelde de chauffeur onlangs grotendeels in het gelijk. Die uitspraak bevat overwegingen die ook onze zwakbegaafde verkeersbrigadier Koos eens zou moeten proberen te begrijpen. Zo meent het Hof dat iedereen nu eenmaal wel eens iets te hard rijdt, zonder dat direct sprake is van opzet. Ook vergt de verkeerssituatie wel eens dat men wat sneller rijdt. Dat is dan niet verwijtbaar. Bij een overschrijding tot 10 km/u is er in het algemeen geen sprake van opzet. De werkgever moet dan de boete betalen, aldus het Hof.

Commotie alom. Werkgevers schreeuwden moord en brand. Alle Koos-achtigen riepen in koor dat nu het hek van de dam was. TPG kondigde beroep aan bij de Hoge Raad. En de pers, zoals gewoonlijk niet gehinderd door zorgvuldig feitenonderzoek, presenteerde het allemaal alsof het nieuws was. Ten onrechte. In 2001 deed de Hoge Raad een veel verderstrekkende uitspraak over lichte verkeersovertredingen (o.g.v. de Wet Mulder). Toen bepaalde ons hoogste rechtscollege namelijk dat dergelijke boetes in beginsel allemaal voor rekening van de werkgever komen.

In dat licht getuigt de uitspraak van het Hof van een opvallende willekeur. Hoezo 10 km/u? Elke motivering ontbreekt. Meer dan 10 km/u is kennelijk voor het Hof geen “lichte verkeersovertreding”, maar ernstige gevaarzetting. Is dit wellicht een ervaringsfeit van de edelachtbare zelf, gebaseerd op zijn eigen “reasonably priced car”? Als men al een grens wil stellen, dan ligt zuiver doorredenerend met de gedachtegang van het Hof maar één objectieve grens voor de hand: die van de Wet Mulder. Aldus ook de Hoge Raad in 2001, weliswaar iets anders geformuleerd, maar gebaseerd op hetzelfde artikel 661. Conclusie: alle Mulderboetes zijn voor rekening van de werkgever. Met protesten moet TPG echter niet bij de Hoge Raad aankloppen. TPG moet zich wenden tot de regering.

Want daar wringt ‘m natuurlijk de schoen: de werkelijke boosdoener ontbreekt in deze procedure: de Staat der Nederlanden, in de persoon van hare excellentie Peijs en schandknaapje Koos. Door hun volstrekt disproportionele klopjacht op goedbedoelende weggebruikers is deze wettelijke aansprakelijkheid voor werkgevers nu een reëel probleem geworden. Maar volgens artikel 661 dient dit ook het probleem van werkgevers te blijven. Het kan niet op werknemers worden afgewenteld. Ik verwacht dat de Hoge Raad de uitspraak van het Hof zal corrigeren. Niet door TPG in het gelijk te stellen, maar door net als in 2001 te bepalen dat alle Mulderboetes tijdens werktijd voor rekening van de werkgever zijn. Doet de Hoge Raad dit niet, dan zal de regering van bananenrepubliek Nederland zich tussentijds wel stiekem tot de Hoge Raad hebben gewend…

 

One Response to “Te hard gewerkt”

Read below or add a comment...

  1. john says:

    de grootste dieven bendes steelen minder dan onze overheid,mensen denk eens na en word waker . haden we voor dit sisteem gekozen. ik niet JOHN